Vervreemding in het overheidsapparaat

In 2015 decentraliseert de nationale overheid en ze treedt terug. Ze blijkt haar centrale rol niet meer te kunnen of willen handhaven. Dat is opmerkelijk, want we leven in een tijd waarin we vinden dat het normaal is dat een volwassen organisatie alles onder controle heeft. We vinden dat we recht hebben op een voorspelbaar leven en we verzinnen allerlei systemen en regels om de schijn op te houden, dat we ons leven op orde hebben en ieder risico kunnen uitsluiten.

Echter, hoe meer Den Haag probeert zich te bemoeien met maatschappelijke ontwikkelingen, des te minder grip heeft ze erop. Haagse politici blijven maar komen met nieuwe ‘pakketten-van-maatregelen’ . Neem alleen al de auto: percentage bijtelling, accijns op benzine, parkeerbelasting, winterbanden, flitspalen, BPM, BTW, alcoholsleutel, APK, motorrijtuigenbelasting en provinciale opcenten, wegenbelasting, recycling bijdrage, inschrijving kentekenregister en de tenaamstelling RDW,

Toch blijkt iedere keer weer dat hele andere invloeden veel meer impact hebben op ons milieu, verkeersveiligheid en criminaliteit, dan de maatregelen van de overheid. De economische crisis maakte abrupt een einde aan groeiende files, een groeiend aantal auto’s en zorgen over het opraken van olie. Voor de jonge generatie heeft autobezit bovendien geen prioriteit, waardoor het wagenpark structureel slinkt. De overheid ziet haar inkomsten ook slinken en verhoogt de accijns en de BTW. Het aandeel belastingen in de totale kosten van een auto komt nu boven de 50%. De systemen van de overheid remmen niet alleen de verkoop van nieuwe auto’s, maar zijn zo doorgeschoten dat het draagvlak verdwijnt. Voor huizen kunnen we een vergelijkbaar verhaal houden.

Als de regels eenmaal zijn ingevoerd, gaan de ‘rechten en plichten’ van de betrokkenen een eigen leven leiden. De visie erachter (‘het waarom’) is allang vergeten. De belangen van nu wegen zwaarder dan de doelen voor onze toekomst. Hoe meer maatregelen de overheid neemt, des te minder invloed heeft ze op de gevolgen van die maatregelen.  Hoe meer ze reageert op veranderingen des te meer verstarring ze veroorzaakt en nieuwe verandering stimuleert. Dit werkt vervreemding (definitie) in de hand. Door steeds krampachtig te willen voldoen aan de eisen van haar omgeving, raakt het  overheidsapparaat afgesneden van haar eigen missie, haar rol in de samenleving.  Daardoor vervreemdt ze van de burger en omgekeerd. Die afgescheidenheid remt haar probleemoplossend vermogen. Een decentralisatie van bevoegdheden ligt voor de hand. 

Vervreemding overheid

Voor een ambtenaar in een gemeentelijke organisatie, die regelmatig contact heeft met burgers en ondernemers, betekent dit dat hij of zij steeds meer in een spagaat terechtkomt. Een spagaat tussen de groeiende formele organisatie van regels, procedures en systemen en de informele organisatie van direct contact, samenwerken met burgers en ondernemers, hostmanship aan de balie, dienstbaarheid, inlevingsvermogen en vooral probleemoplossend vermogen. Als een gemeente ambtenaar eenzijdig kiest voor het volgen van de formele organisatie, komt hij extern in de problemen. Kiest hij voor de informele organisatie, dan komt hij intern in de problemen. De formele organisatie heeft nog steeds de meeste invloed en bepaalt wat er moet gebeuren. Interne procedures en regels dienen de belangen van de managers. 

Vanwege die beperkende regels en belangen, wordt een visie op lange termijn steeds meer onhaalbaar. De werkdruk van de dag overheerst en dagelijkse werkzaamheden bestaan uit het aanpakken wat voor handen komt. De zingeving voor het werk ligt niet meer in de verre toekomst, maar in de eigen integriteit van de manier waarop het werk gebeurt. Ieder kiest voor zich een eigen balans tussen zingeving en vervreemding. Vaak is dat zelfs niet mogelijk en liggen machteloosheid en vervreemding vlakbij om de hoek. 

Nu de lange termijn horizon aan het verdwijnen is, heeft dat ook gevolgen voor het interne loopbaanbeleid. Waar vroeger POP’s en de functioneringscyclus op de lange duur vormgaven aan een loopbaan, kan je nu zien dat leren in de dagelijkse praktijk meer aan de orde is. Het doel is nu de kwaliteit van het te verrichten werk verbeteren. Met minder mensen moet meer werk verricht worden. Investeren in persoonlijke en professionele ontwikkeling voor de toekomst, wordt steeds meer een uitzondering.

Komt er nog een happy end ? 

Als een ambtenaar in staat is burgers en ondernemers te inspireren om een gemeenschappelijk doel te realiseren is het hoogst haalbare bereikt. De crux zit hem in de manier waarop die ambtenaar met onvoorspelbaarheid omgaat. Als hij vooraf kan loslaten wat de uitkomst wordt van het proces en als hij mensen aan zich weet te binden, zal het lukken.  Er wordt wel gezegd dat een mens volwassen is als hij heeft leren leven met onzekerheid en desondanks blijft streven naar zekerheden. Hij accepteert dat het nu niet is wat het zou moeten zijn, maar geeft zijn dromen en idealen niet op. Hij neemt bewust verantwoordelijkheid voor zijn handelen, anders wordt hij de speelbal van de grillen van zijn omgeving. (Susan Neiman, filosofe)

Net als het overheidsapparaat, heeft onze gemeente ambtenaar de mogelijkheid om te kiezen. Als hij zich krampachtig blijft aanpassen aan de eisen van anderen en tegelijkertijd de druk van sociale verwachtingen voelt, wordt hij een “human doing” in plaats van een “human being” en raakt hij steeds meer vervreemd van zijn ware zelf.  Als hij zijn innerlijke kompas richt op het leren verdragen van onzekerheden, zonder zijn dromen en idealen los te laten, zal hij een bron van inspiratie en zingeving worden voor anderen. 

In mijn volgende blog “wijkontwikkeling: de dynamiek van procesmanagement” zal ik aan de hand van eigen ervaringen toelichten hoe dit in de praktijk concreet is toe te passen.

 lees meer achtergrond informatie in het artikel: Vervreemding

 

Dit bericht werd geplaatst in Blogs procesadvies op door .

Over Hein Reitsma

Met mijn adviezen wil ik procesmanagers (project-, programmamanagers) ondersteunen bij het (her)ontwerpen van hun plan van aanpak en hun interventies. Vaak kiest een procesmanager of zijn opdrachtgever (directie bijvoorbeeld) een aanpak die past bij hun gangbare denk- en werkwijze (‘discours’). Veel beleid is in feite een herhaling van wat eerder goed werkte, zonder te onderzoeken wat er nu werkelijk aan de hand is.