Wat is een proces ook al weer ? Een proces vindt plaats als verschillende mensen met elkaar iets gemeenschappelijks willen creëren. Die mensen hebben ieder hun specifieke drijfveren, denkbeelden, overtuigingen en waarden. Toch verbinden ze zich met dat ene, ieder op zijn eigen manier.
Wijkontwikkeling is zo’n proces. Het is mijn overtuiging dat bepaalde factoren wijkontwikkeling tot een succes maken en dat dit voor ieder proces geldt. Flow of frustratie; het ligt in de handen van de procesleiders.
Een succesvolle procesleider ziet het als een sport om de ziel in mensen aan te raken, zodanig dat zij het wonder van saamhorigheid en creativiteit zelf willen verrichten. De belangrijkste voorwaarde is dat hij eerst leert en accepteert dat procesleiderschap niets met instructies geven en knopen doorhakken te maken heeft. Eerst beschrijf ik een aantal wonderen, die ik zelf heb meegemaakt en vervolgens ga ik in op de succesfactoren voor procesleiderschap.
Zuid Afrika
Twintig jaar geleden deed ik mijn eerste ervaringen op met het wonder van saamhorigheid. In Alexandria een sloppenwijk van Johannesburg SA, was ik de eerste die 5000 gulden inlegde voor nieuwe klaslokalen. Het hoofd van de school had mij gevraagd een paar computers te kopen, maar daar had ik geen zin in, want die worden al gauw gejat. Een rijke ‘witte’ school een paar kilometer verderop, kwam met 80.000 rand en tenslotte maakten twee Zuid-Afrikaanse banken de bouw mogelijk. Er werd een groter gebouw neergezet dan de Dean vooraf had durven hopen. De aannemer regelde goedkope stenen en een gratis hek om het schoolplein. De ouders van de kinderen bouwden zelf een zandbak, het zand was hen geschonken.
Dit soort wonderen heb ik daarna nog zeker vijf keer meegemaakt: een methadonbus (incl social workers and nurses) en een shelter in Metro Durban SA voor straatkinderen, twee pick up trucs (incl. social workers) in Kwa Zulu Natal voor het registreren en begeleiden van zwerf- en aidskinderen en drie crèches in de sloppenwijken van Kaapstad.
Ieder project in Zuid Afrika is automatisch community building. Je kan niet iets doen voor iemand, zonder de rest van de community daarbij te betrekken. Tenzij je zin hebt in een hoop gelazer, maar dat verlies je als buitenlander altijd. Als je een crèche wilt bouwen in een sloppenwijk, moet je bijvoorbeeld met de ‘streetgang’ die de bewaking doet en de community leaders tot overeenstemming komen over een compensatie voor de rest van de wijk. Dat wordt besproken in die beroemde wijkraden, die zo’n belangrijke rol speelden bij het einde van het apartheidsregime. Op zo’n vermoeiende maar geweldige avond midden in een sloppenwijk, verandert het plan voor een simpele crèche in het samen bouwen (werkgelegenheid) van een community center for early childhood development (CECD) in bijvoorbeeld Mfuleni Cape Town. Bijgevoegde video over Mfuleni is van de Stichting Mzamomhle…..”Van krot naar graduation”: een droom wordt werkelijkheid
Naast de zandbak komt een moestuin, het gebouw wordt in het weekend en ’s avonds gebruikt voor kerkdiensten en naaiateliers. Soms komt er een soepkeuken en een winkel bij voor de zieken en bejaarden. Essentieel is, dat het gevolg is dat iedereen de handen uit de mouwen steekt. Alle projecten in Durban en Kaapstad waren in samenwerking met de lokale overheid. Voor de gemeente Kaapstad was onze bijdrage het bouwen van een crèche in 6 maanden en het opzetten van een ‘public private partnership. Zij betaalden hun deel van de bouwkosten en namen achteraf de kwaliteitsbewaking, het onderhoud en beheer op zich. Dit werd niet altijd vertrouwd door de politici. (Democratic Alliance versus ANC) Ons financiële aandeel in het project daalde van 100% naar ± 30% naarmate het project vorderde. De totale kosten daalden ook omdat ouders, leveranciers en aannemers donaties in natura deden (werkuren en materialen). Wij gebruikten de rest van het geld voor het opleiden van kleuterleidsters. De kinderen krijgen nu een dagprogramma, naast slapen en eten. Probeer dat maar eens uit te leggen aan de Accountantsdienst van Metro Cape Town. Het wonder van ‘social cohesion’ maakt ook slachtoffers als je niet goed oppast.
Nederland
Je zou kunnen denken dat Nederlanders minder warmbloedig en saamhorig zijn, maar niets is minder waar !! Ook in Zutphen heb ik het wonder van sociale cohesie een paar keer meegemaakt.
Ik woon in het centrum en een dancing waar jongeren graag stappen, veroorzaakte overlast en vandalisme in de buurt. Onze wijkregisseur vroeg ons op een buurt-vergadering om te helpen bij het oplossen van dit probleem. Met een aantal bewoners, de politie, de gemeente en de betrokken ondernemers, hebben we een simpele interventie bedacht die een einde maakte aan alle ellende. Alle fietsen werden tegenover de dancing geplaatst en het grootste deel van de jongeren fietste tegelijk naar huis na sluitingstijd. De jongeren wilden dit eerst niet, omdat ze bang waren dat hun fiets beschadigd of gejat zou worden. De bewoners gingen met hesjes op straat staan om de jongelui door te sturen, de gemeente plaatste felle lampen en de bewakers van de dancing plaatsten fietsenrekken en bewaakten de fietsen, de politie pakte enkele notoire raddraaiers aan en was op risico avonden extra snel ter plekke. Het gevolg was dat het wederzijds begrip toenam voor iedereen. Zo kreeg een aantal bewoners beter contact met de jongeren, waardoor het gevoel van veiligheid groeide.
Na dit project, starte ik samen met een andere centrumbewoner, een platform voor buurtgenoten. Het centrum van Zutphen gaat op de schop en de ondernemers in de stad kunnen meepraten, want ze hebben een city manager. De bewoners niet en ze voelden zich daardoor niet serieus genomen. Ons platform organiseert allerlei activiteiten voor de sociale cohesie tussen centrumbewoners (www.ijsselcentrum.nl) en faciliteert overleg met de gemeente. Inmiddels is deze actie uitgegroeid tot een proces waar steeds meer buurtbewoners actief bij betrokken raken. Als op een avond een bijeenkomst georganiseerd wordt, komen zo’n 60 mensen opdagen en zo’n 14 nemen deel aan de maandelijkse buurttafel. Nog voordat de verbouwing van het centrum start, is een flink aantal bewoners alert en betrokken. Dit belooft wat !
Succesfactoren voor procesleiders
De ChristenUnie heeft begin januari het plan gelanceerd om burgers verplicht één keer per week met hun buren te laten praten. Dit is een prachtig voorbeeld van het huidige overheidsdenken dat liever kiest voor vervreemding dan voor flow. Vooraf schrijft de ChristenUnie vóór wat sociale cohesie is en vervolgens wil ze ongehoorzame burgers opvoeden door het gewenste gedrag af te dwingen. Als je echter streeft naar het veroorzaken van een flow in een proces voor sociale cohesie, dan is het mijn ervaring dat de volgende factoren opvallend vaak terugkomen:
Fase 1: Een verbindende ervaring als start
Een succesvol proces start met een reeks ontwrichtende en/of intrigerende ervaringen, die de initiatiefnemers met elkaar delen en hen er tenslotte toe brengen om samen in actie te komen. Niet iedere ervaring zet zo’n trein in beweging. De trein wordt in gang gezet, als die ervaringen de initiatiefnemers in hun ziel raakt:”een soort oerknal waardoor het object (waarnemer) samenvalt met het subject (het waargenomene). Dat gebeurt als de ervaren feiten resoneren met gevoelens (boos, bang, blij, verdriet, machteloos) en meningen, overtuigingen en denkbeelden, die al een tijdje onder het oppervlak in een dieper weten, sluimeren. De ervaring brengt ze aan het licht, zodat ze gedeeld kunnen worden. Dit schept een band of verbond…
In Mfuleni begon het proces met ons eerste bezoek aan de kinderen en de ouders van de crèche. Het was niet vooraf bedacht, maar het gebeurde gewoon. Het youtube filmpje “Van krot naar graduation” begint met dit moment. Het was overigens niet het allereerste begin. Een paar keer eerder was ons al gevraagd om Sandra’s Educare te helpen, maar het kwam niet van de grond. Tijdens ons bezoek werd duidelijk dat we te maken hadden met een stevige en betrouwbare crèche manager en de betrokkenheid van de ouders maakte grote indruk. Het leek wel alsof alle puzzelstukjes samenvielen.
Een ervaren procesleider weet welke voorwaarden hij moet scheppen om de kans op zo’n keten van ervaringen groter te maken. Tijdens de eerste fase gaat het om interventies op de perceptie van stakeholders en op hun wilsvorming: het leveren van een reden, impuls om iets te gaan doen. Timing, geduld en het kunnen lezen van het hart van een ander, zijn hier essentiële procesvaardigheden.
Fase 2: Missie en plan (common focus)
In de tweede fase krijgen de ervaringen die we eerder samen deelden, een verdere invulling. Die ervaringen zijn letterlijk:”the heart of the matter”; waar iedereen zich aan kan verbinden vanuit zijn eigen unieke beleving. Het is het kloppend hart; het uitgangspunt van het hele proces. Alleen de mensen die er bij waren, kunnen dit uitgangspunt vasthouden. Als zij verdwijnen verandert het proces.
Voor verdere invulling gaat het om kritische vragen als “Waarom zouden we hier iets doen ? Wat is mogelijk met de mensen die meedoen ?” en “Wat gebeurt er als we niets doen ?” “Waar leggen we een grens; we kunnen niet alles ?”
“Wie doet er echt mee als we gaan investeren ? Welk deel vind ik het meest belangrijk, welke bijdrage wil ik leveren ?”De kunst is om zó te ontleden en te clusteren, dat de “heart of the matter” krachtiger en zichtbaarder wordt voor derden. Ik noem dit: “denken met je hart”. Daar waar hoofd en hart samenwerken ontstaat een verdieping van de wil om iets te doen. (common focus).
De “heart of the matter” in Mfuleni is: “het bieden van een stimulerende omgeving, die redelijk schoon en veilig is, voor kinderen van 0 tot 10 die opgroeien in sloppenwijken, zodat de kans significant groter wordt dat ze later een stabiel leven hebben”. Dit blijkt een aantrekkelijke missie en we zijn daarom eerst gaan praten met partijen die hierop wilden instappen. De gemeente Kaapstad was daar één van. Zij had al een beleidsvisie geformuleerd voor ECD (Early Childhood Development) en wij hebben de missie en visie van onze stichting aangescherpt. Beide beleidsdocumenten werkten we uit in een projectplan. De overige stakeholders haakten al snel aan op de missie en wilden vooral geld inbrengen, dus rolden de MOU’s (Memoranda of Understanding), planningen en leverancierscontracten zo uit de pen. Er was vanaf het begin al sprake van een flow en die is tot het einde gebleven.
In Zutphen zijn we eerst gaan luisteren naar wat er breed leeft in het IJsselcentrum. Verder is de manier van communiceren met de buurt een belangrijk punt. Wij hebben gekozen voor blogs, whatsapp en twitter, Doorlinken naar bekende Facebook pagina’s die ons steunen, blijkt zeer effectief als het gaat om naamsbekendheid.
Dé succesfactoren voor een procesleider in deze fase zijn: oprecht luisteren, vragen stellen en aanhaken op waar de bewoners en ondernemers zitten. Follow the flow: leer van hun passie, hun netwerken en hun mogelijkheden en laat alles los behalve de “heart of the matter”. Hier gaat het mis met de meeste overheidsinitiatieven. Mag een ambtenaar zijn hart volgen ? De maakbare samenleving bestaat niet en burgers opvoeden werkt niet. Maar, werken vanuit het hart is in overheidsland verdacht, omdat het rechtsongelijkheid in de hand zou werken, Men kiest liever voor de feiten en de inhoud. De ChristenUnie is een mooi voorbeeld van dit overheidsdenken. Ze luisteren niet en stellen geen vraag. De wijkregisseur van het IJsselcentrum Zutphen deed het echter wel goed toen hij de bewoners vroeg om hem te helpen met het oplossen van het vandalisme van uitgaande jongeren. Het kan dus wel degelijk in overheidsland. Je kan prima je hart volgen én je kop er bij houden !!
Fase 3: Vliegwiel-effect en urgentie
In de derde fase staat in de dynamiek van het proces het vliegwiel-effect centraal. De belangrijkste stakeholders zijn aan boord en er is een ‘common focus’. Het gaat nu nog om het organiseren van een keten van ervaringen, die parallel plaatsvinden en op hun specifieke manier bijdragen tot de missie van het proces. Steeds een beetje energie in dezelfde richting. Kleine stapjes met concrete resultaten, die weer nieuwe impulsen geven voor de volgende stap. Geen schokken en grote veranderingen (kick-offs, mega-ambities, motivatie sessies e.d.), maar trage evolutie. Langzaam maar zeker komt het vliegwiel op gang en hoe krachtiger het momentum, des te meer impact. Gaandeweg wordt de middelpunt vliedende kracht groter en raken steeds meer mensen betrokken. De interventies van de procesleider zijn gericht op:
- het bekrachtigen van de missie: “the heart of the matter” Waarom doen we dit en met wie ? (uitgangspunt, angstvrije oorsprong, passie) Metafoor is het stilstaande middelpunt, de as van het wiel
- het inspelen op de urgentie van het moment in de wijk. Als er geen urgentie is, stopt het wiel met draaien. Hoe gaan we het doen en Wat gaan we realiseren ? Het onderwerp en de vorm veranderen steeds afhankelijk van wat de urgentie is, maar de bijdrage van alle activiteiten is gericht op het middelpunt. Metafoor is de rand van het ronddraaiende wiel.
De as staat voor de creatieve interventies en het wiel voor reactieve interventies. Creatieve interventies komen voort uit de angstvrije kern van het proces, het van binnen-naar-buiten denken en de reactieve interventies uit het inspelen op de urgentie van het moment: het van buiten-naar-binnen denken. Voor meer uitleg hierover verwijs ik naar het artikel Andersom denken. De procesleider kan dus tegelijk creatief én reactief bezig zijn. In de boeken over procesmanagement gaat de meeste aandacht uit naar de reactieve interventies en het probleem oplossend vermogen. Dat is onlogisch, want mensen verbinden zich niet aan een proces om Wat je doet, maar om Waarom je het doet. Voor verdere uitleg daarover verwijs ik naar Simon Sinek en zijn: Golden circles. Mijn ervaring is dat de belangrijkste succesfactoren voor de dynamiek van wijkontwikkeling beginnen bij de vragen:
Wie ? Eerst de juiste mensen en dan pas de richting.
Als het vliegwiel op gang is en het proces groter en complexer wordt, zal de procesleider steeds meer afstand nemen van de inhoud (resultaten) en van het proces zelf. Hij zal zich steeds meer richten op het steunen van de mensen, die zelf het proces zijn geworden. Het kiezen van de juiste mensen om je heen, is dus vanaf het begin een belangrijke succesfactor. In Zuid Afrika is het fataal als je niet met de juiste mensen werkt. Corruptie ligt om de hoek en uitspraken als TIA (this is africa) zijn er niet voor niets. Een wijkontwikkeling staat of valt bij mensen die geïnspireerd zijn om zelf verantwoordelijkheid te nemen en zich trouw verbinden aan het realiseren van hun bijdrage.
Waarom ? De kracht van het Nu
Hoe hou je een proces voor langere tijd op gang als de eerste inspirerende ervaringen al lang geleden hebben plaatsgevonden ? Wat mensen beweegt in een proces is de gedeelde ervaring van het NU. Niet de theoretische ambitieuze doelen voor de toekomst of frustraties uit het verleden, “Wat waar is maakt zichzelf waar…..” (Thea Bolder) Als je de werkelijkheid mooier of lelijker maakt, komt de flow niet van de grond. Het is essentieel dat het realiteitsgehalte zo groot is, dat mensen zich er direct mee kunnen verbinden of vereenzelvigen en dat het bovenal uitdagend en inspirerend is om mee te doen. Niemand heeft zin om een avond te vergaderen als ie net van z’n werk komt. De klus moet urgent zijn en niet te moeilijk of te groot. Iedereen wil snel resultaten zien. Het gaat daarbij om de beleving dat je het verschil kunt maken in je naaste omgeving. Het is ook leuk om samen met anderen zinvolle dingen te doen, waarbij jouw kwaliteiten aan het licht komen. We krijgen zo makkelijk het stempel dat we iets niet kunnen of hebben: werk-loos, dak-loos, minder-valide, on-volwassen, bejaard, etc, Met zinvol bedoelen we hier dat je iets voor een ander kunt betekenen. Dat je iets vrij kunt geven of in staat bent een gift dankbaar te ontvangen. Zie ook: Seven principles of engagement to community building (Jim Diers)